MTB04 - mei 2018
https://www.mt.be/
Vlaanderen en familiebedrijven. Dat zit in ons DNA, in onze cultuur. Hoe groot de impact van buitenlandse multinationals ook is. Cijfers tonen aan dat nog steeds om en bij de 77% van alle Vlaamse bedrijven een familiale organisatie is. Bij onze Waalse buren ligt dat aandeel zelfs nog enkele procenten hoger. Een tegenvoorbeeld hoef je niet al te ver te zoeken: in Nederland zijn zowat 60% van de bedrijven een familiale onderneming. Een héél groot verschil. En als je Nederland wat kent, weet je ook dat die verschillen voelbaar zijn.
België heeft misschien wel wat trekjes weg van dat andere Europese “famiglia” land: Italië. Daar is ook zo’n 75% van de organisaties in handen van één of meerdere familieleden. Net als de Italianen scoren Belgische/Vlaamse familiebedrijven vaak zeer sterk in de foodbranche en aanverwanten. Zo hebben we wel wat wereldvermaarde “brouwers-families”, maar graag maak ik van de gelegenheid gebruik om nader in te zoomen op een iets kleinschaliger familiebedrijf, opgericht door een man met een hart en ziel voor misschien wel de lekkerste koekjes ter wereld. Jules Destrooper past perfect in ons denkbeeld van een “echte” Vlaamse familiale organisatie. Wat zeker niet iedereen weet, is dat in 2015 de bekende koekjesfabrikant werd overgenomen door holding GT&CO, een bedrijf van de familie Vandermarliere.
Ook omwille van die specifieke overname neem ik dit familiebedrijf graag als voorbeeld aan. Als KMO met 160 medewerkers, 4 generaties in de familie, een omzet van + 35 miljoen Euro en een internationale vermarkting, had de familie Destrooper alle troeven in handen om hun zoete ziel misschien wel te verkopen aan een Amerikaanse of Aziatische food-gigant. Maar neen, Patriek (Destrooper) vond het dusdanig belangrijk dat 1) het familiale karakter van het bedrijf behouden zou blijven en 2) er een 100% werkzekerheid zou blijven bestaan met beslissingsnemers in België. De familie Vandermarliere dient er nu voor te zorgen dat het DNA van het bedrijf niet binnen de kortste keren teloor zal gaan. Zo blijft Jules Destrooper ook na 125 jaar een Vlaamse familiale organisatie, die nu nog meer slagkracht heeft om de wereld te laten kennismaken met échte lekkere koekjes. Waarom is dit zo’n mooi verhaal?
De laatste jaren werden zowat vier op de tien familiebedrijven verkocht aan derden, vaak niet familiale, noch Belgische ondernemingen. Ieder ondernemer heeft natuurlijk de vrijheid om op een bepaald moment het onderste uit de kan te halen of net eieren voor geld te kiezen, maar in praktijk komt het vaak voor dat de context één is van disputen, slechte afspraken, het verlies van voeling met de initiële waarden waarop het bedrijf groot gemaakt werd, etc.
Wanneer de bedrijfsleider op dat moment en met dat motief over gaat tot verkoop aan een (grote) buitenlandse organisatie, zie je heel vaak dat enkele beste onderdelen worden overgedragen en de rest (vaak een levenswerk) bij het groot huisvuil wordt gezet. Resultaat: na 1 jaar herkent de verkopende partij zijn/haar organisatie al niet meer. De emotionele schade kan ontzettend hoog oplopen, wat vaak onderschat wordt. Jobs gaan verloren, medewerkers raken misnoegd, … Familieleden die vandaag een organisatie in handen hebben, denken dan ook best goed na over de opvolging van het bedrijf, al dan niet door de komende generatie. Of aan een duurzaam verkoopscenario. Begin hier vroeg genoeg aan en stel de waarden en normen waarmee het bedrijf groot is kunnen worden steeds centraal. Werk hiervoor ook samen met Externe partners (merge - finance - HR - …) die de mogelijke zwarte gaten en dode hoeken ondervangen en je in alle facetten adviseren en begeleiden.